Treinmeisje

Utrecht, half zes ‘s avonds. Ik stap in, help Pepper de trein in en kijk om mij heen. Great, weer zo’n volle trein waarin ik niet fatsoenlijk kan zitten. Dan maar in het tussenstuk op zo’n verrotte klapstoel..Ik dump mijn veel te zware tas, installeer Pepper naast mij en grijp mijn boek (‘een kleine geschiedenis van bijna alles’, voor de liefhebbers). Nog een half uurtje..
Aan de andere kant van het gangpad gaat een jonge vrouw van mijn leeftijd zitten. Vluchtig kijk ik haar even aan, mijn ogen blijven even hangen bij de hare maar ik duik snel weer in mijn boek. Ik ben niet zo’n staarder 😉
Even later komt er een oudere vrouw de trein in stappen die beleefd vraagt of zij naast mijn buurvrouw mag zitten, die een plek opschuift. Weer kijk ik even opzij, en haar ogen ontmoeten die van mij. Ik voel een lichte kriebel in mijn maag, oei. Stiekem is zij best leuk..

De trein zet zich in beweging en ik duik weer in mijn boek. Ja, ik voldoe graag aan het vooroordeel over de semi-autistische ICT-er. Ik werp even een vlugge blik op Pepper, die op zijn gemak is gaan liggen en zijn überschattige ‘kijk mij eens knuffelbaar zijn’ act op ligt te voeren. Naast mij hoor ik de oudere vrouw tegen mijn leeftijdsgenote praten. “Ohhhh, wat een lieverd he!” Gevolgd door de onvermijdelijke smakgeluidjes. Dit, beste lezers, is één van mijn allergrootste irritaties met betrekking tot reizen met het openbaar vervoer met mijn hond.
Ja, hij is schattig. Ja, het is een knuffelhond. Ja, hij vindt alles prima. Maar : ik ben zijn baas, en als ik hem naast mij neerleg en een commando geef om te ‘blijven’, dan moet hij dat doen. Niets, niets geeft jou het recht om die hond ‘zomaar’ bij je te roepen als hij naast zijn baas in de trein ligt. En toch, iedere reis opnieuw is er wel iemand die het gaat proberen..

Niet te geloven.

Gelukkig kennen Pepper en ik elkaar inmiddels al ruim acht jaar (negen zelfs alweer), en blijft hij dus rustig liggen waar hij ligt. De vrouw blijft het met tussenpozen proberen, en knoopt een gesprek aan met de jonge vrouw naast haar. “Wat een schatje he? En hij blijft ook zo goed liggen! Die zou je toch zó willen meenemen, of niet dan?” De jongere vrouw lacht even, en antwoordt dat het baasje van die lieverd daar ‘vast niet zo blij mee zou zijn’. Ik kan een glimlach niet onderdrukken en kijk haar even aan. Er lijkt iets van herkenning te zijn, alsof ze mijn irritatie aanvoelt.

De trein remt af en stopt, waarna de oudere vrouw opstaat en richting deur loopt. Waar ze nog even bukt om Pepper te aaien, zonder mijn toestemming (ook een hele grote irritatie mijnerzijds). Dan stapt ze uit. De trein is nu grotendeels leeg, en mijn buurvrouw schuift een stukje op om tegen het raam aan te leunen, terwijl ze mijn kant op kijkt. Er gaat even een glimlach over en weer, en verlegen duik ik weer in mijn boek.

Pepper vindt ondertussen dat het ook wel weer eens tijd is voor wat liefde van de baas, en drukt zijn kop subtiel onder mijn hand. Gedachteloos begin ik hem te kriebelen. Ik sla een bladzijde om en merk dat ik mij niet meer echt goed kan concentreren op mijn boek, dus ik klap het met een bevredigende knal dicht (dik boek, +++) en stop het terug in mijn tas.
Pepper grijpt zijn kans en legt zijn hoofd in mijn schoot, en ik kan het niet laten om hem even een überknuffel te geven, waarna ik hem even pest door in zijn oren te blazen en dan als een gek aan de andere kant te gaan kriebelen. Hij speelt even mee totdat ik aangeef dat het genoeg is.

Dat voldoet echter niet voor meneer.

Zodra ik stop staat hij op en loopt naar de vrouw toe die geamuseerd heeft zitten toe te kijken, waarna hij zijn hoofd in haar schoot legt en haar strak aankijkt met zijn bruine ogen. Ik kijk haar even aan om te zien of zij dit wel ok vindt (ik probeer Pepper bij andere mensen weg te houden in verband met overbeharing en omdat nu eenmaal niet iedereen een hondenliefhebber is) , maar zij kijkt helemaal vertederd omlaag en begint hem zachtjes achter zijn oren te kriebelen. En op dat moment word ik spontaan verliefd. Niet verliefd op de allesoverweldigende ‘ik hou van je , ik wil je’ manier, maar op die hele mooie lichte ‘wauw’ manier. Ze ziet mijn blik en glimlacht.

Dit gaat zo nog even door, en de trein remt af om te stoppen op het volgende station. Treinmeisje zucht even. “Wat voor een hond is dit?”
Ik leg uit dat hij een kruising is, en dat ik hem uit het asiel gered heb. “Zo één wil ik ook hebben, wat een schatje!” Weer een wederzijdse, verlegen glimlach. De deuren van de trein gaan open, en zij staat op om naar de deur te lopen.
Als ze recht voor mij is stopt ze, draait zich om om mij recht aan te kijken en wenst mij een fijne avond. Ze lijkt ergens op te wachten..
Ik wens haar ook een fijne avond, en kijk haar recht in haar ogen aan.

God, wat is ze leuk..

Maar, ik weet van mijzelf dat dit geen goede tijd is om hiermee bezig te zijn. Dit was een moment, ik voelde het..één opmerking, één hint zou genoeg zijn. Maar dit is niet het goede moment voor mij.. Er lijkt iets van begrip in haar ogen te dagen, en ze geeft mij een knipoog voordat ze uitstapt. Op het perron draait ze zich nog éénmaal om en kijkt mij aan. Dan loopt ze resoluut door.

Dankjewel treinmeisje, je was een lichtpuntje in een donkere periode.