Ik sta
Met beide voeten op de Grond
Aan de voet van een indrukwekkende berg
Ik voel
Mij klein en onbelangrijk
In de schaduw van deze oeroude reus
Ik weet
Dat ik de top zal bereiken
Bloed, zweet en tranen
Ik ga
Verder.
Land van de eenhoorns
Twee jaren later,
Terug in de stad waar ik een stukje van mijn hart heb verloren.
Een ander mens,
Ouder,
Wijzer,
Gelouterd.
De stad wacht,
Donker en mysterieus, tegelijkertijd bruisend en vol van leven.
Mooier,
Lichter,
Vrolijker,
Dan ooit tevoren.
Ver weg
Hoor ik een kerkklok luiden, en ik weet
Ik houd van deze stad
Ik houd van deze plek, dit moment
Ik houd van deze vrouw,
Ik.