Storm

De regen slaat genadeloos op mij neer en voordat ik het weet ben ik doorweekt. Enigszins wankelend grijp ik mij vast aan de dichtstbijzijnde boom terwijl ik in het dreigende gegrom van een naderende onweersbui langzaam maar zeker dichterbij hoor komen. Kut. Ik zal hier wegmoeten. Er flitst een bliksemschicht en ik tel de secondes tot aan de donder. Twee,drie,vier..ik kom tot de zes. Ok, er zitten zes secondes tussen – dat wil zeggen dat de bui nog eh

Kut. Hoe zat dat ook alweer? Het duurt even eer ik het mij weer herinner: delen door drie. De bui zit op twee kilometer afstand, veel te dichtbij. Ik loop bij de bosrand vandaan over een zandweg en probeer een redelijke afstand van de bomen te houden. Lang geledendat ik mij zo door het weer heb laten verrassen, maar ik ben dan ook niet mijn normale zelf gebleken recentelijk. Ergens ben ik in de afgelopen weken iets van mijzelf kwijtgeraakt, iets essentieels. Mijn schoenen soppen bij iedere stap die ik zet en ik realiseer mij dat ik een probleem heb. Kilometers van wat er door moet gaan voor huis, doorweekt en een onweersbui die inmiddels recht boven mij lijkt te hangen.

En thuis..zit jij.

Ik wil niet meer naar huis. Ik wil niet meer terug naar jou.

De laatste weken waren een uitputtingsslag, en ik geef mij gewonnen. We hadden hier nooit aan moeten beginnen maar we dachten in onze grenzeloze naïeviteit dat we het tij wel zouden kunnen laten keren. Niet dus. Het aloude verhaal: jongen ontmoet meisje, eierstokken beginnen te trillen, stomende hete seks, een miskraam..en nu ben je zwanger. Zwanger van mij.
Ik wil dit niet.
Als de laatste weken ook maar iets duidelijk hebben weten te maken is dat ik diep van binnen niet van je houd, maar je verafschuw. Onbewust lijk je daar iets van op te pikken en op je eigen onbehouwen wijze probeer je daar iets aan te doen..maar iedere poging tot toenadering, ieder liefdevol gebaar voedt mijn afkeer voor jou alleen maar.
Feit is, en ik haat mijzelf om het simpele feit dat ik het ook alleen maar denk..is dat ik diep van binnen niet geloof dat jij een goede moeder zal zijn. Liefde zal het kind naar alle waarschijnlijkheid niet tekort komen, maar iets in je karakter zit zo fundamenteel scheef dat het onvermijdelijk gaat zijn dat je daar iets van aan je – aan ons- kind zal overbrengen en die gedachte alleen is al onverdraaglijk voor mij. Als ons kind in dat opzicht op jou gaat lijken zal het een complex leven tegemoet gaan waarin het continu ten prooi zal vallen aan onbegrip en een innerlijk moreel kompas waar de rest van de wereld eenvoudigweg nooit aan zal kunnen voldoen. En als het op mij gaat lijken..ik schud mijn hoofd. Nee, doe maar niet. Abortus zou de enige logische keuze moeten zijn, maar jij klampt je als een drenkeling aan zijn reddingsboei vast aan deze zwangerschap, dit is het moment dat je miserabele kutleventje opeens zinvol wordt. En ik? Ik heb de handdoek allang in de ring gegooid. Dit kind zal mij niet leren kennen.

Bliksem en donder komen uit het niets opeens nagenoeg gelijktijdig, en ik verwelkom ze. Ik kijk naar de grote open vlakte voor mij en neem een beslissing.

Ik begin te lopen.

Leave a Reply