Zwijgend keken wij elkaar aan, terwijl de regen op ons neerdaalde.
“Is dit het dan?”
Haar ogen boorden smekend in de mijne, alsof ik de enige was die het verlossende woord kon spreken.
“Ja”
Antwoordde ik met meer zelfvertrouwen in mijn stem dan ik daadwerkelijk van binnen voelde.
“Ik weet niet waarom, maar wij maken elkaar alleen maar gek. Ik houd van je, oprecht en volledig, dit heb ik nog nooit eerder gevoeld. Niet zo, niet als bij jou. Jij bent zo..jij bent alles. Als wij bij elkaar zijn, is er geen ik en jij meer. Er is alleen maar een wij. En ondanks dat doe ik niets anders dan je omlaag trekken. Misschien kan ik deze liefde gewoon niet aan, terwijl ik er mijn hele leven zo waanzinnig naar verlangt heb. Dat doet pijn, maar ik kan en wil je dit niet meer langer blijven aandoen. Dit is verkeerd..Jij zal zonder mij gelukkiger zijn dan je met mij ooit zou kunnen worden, en juist dat maakt het voor mij ‘makkelijk’ om te doen wat ik nu doe.”
Hier brak mijn stem. Mijn tranen begonnen zich te vermengen met de over aanwezige regen, en ik voelde hoe mijn lijf oncontroleerbaar begon te schokken.
Zij zweeg, en keek mij alleen maar recht in mijn ogen aan. Misschien probeerde ze te peilen wat er in mijn hoofd omging om zo haar eigen reactie te kunnen bepalen. Innerlijk kromp ik ineen onder haar indringende blik. Geen geheimen mogelijk, zoals altijd.
“Geloof je dit echt? En je weet hoe ik het bedoel!”
Weer die onderzoekende felblauwe ogen die dwars door mij heen keken. Soms deden ze fysiek pijn..
“Ja. Het is nu klaar. Deze waanzinnige karmische dans moet hier en nu stoppen, het is genoeg geweest. Voor nu en altijd. Het moet ophouden!”
Ik schreeuwde het laatste woord en ik zag haar terugdeinzen van de heftige emotie in mijn stem. Even leek zij zich geen raad te weten, de verwarring maakte echter snel plaats voor een kalm en weloverwogen antwoord.
“Je hebt gelijk, ik snap niet hoe het heeft kunnen gebeuren, maar de band tussen ons is gewoon te verziekt, teveel wanhopige slechte patronen die wij maar niet kunnen doorbreken.. Maar waarom? Hoe kan iets dat zo Mooi is ons verdomme slopen?”
Ik had geen antwoord, mijn eeuwige woordenstroom was daadwerkelijk even opgehouden. Ik kon alleen nog maar huilen, geen woede, geen angst,pijn of frustratie..alleen maar oprecht verdriet. De regen maakte het alleen maar erger, ik was doorweekt en begon te rillen van de kou.
“Dus dit was het dan?”
Ik stond op, pakte mijn fiets en kon het nog opbrengen om haar nog één keer recht aan te kijken.
“Ja. Ik zal je nooit vergeten, en ik zal voor altijd van je blijven houden. Dit gaat nooit weg, ik ben verdomme een dertiger – ik ben wel eens eerder verliefd geweest. Maar dit..een deel van mij gaat hier nooit overheen komen. En dat is kut, maar het heeft ook wel een mooie tragische schoonheid vind je niet?”
Ik wierp haar een waterig glimlachje toe door mijn tranen heen. Zij stond inmiddels ook te huilen, op die prachtige hartverscheurende manier van haar..zoals alleen Zij dat kan.
“Ja, zoals alles bij ons heeft ook Dit een tragische schoonheid. Ik houd van je.”
Nog even zwegen wij samen, voor de allerlaatste keer deelden wij een Moment. De regen sloeg op ons neer, het donker leek de rest van de wereld nog één keer volledig voor ons buiten te sluiten. Voor de zoveelste keer voelde ik haar aantrekkingskracht, die bijna waanzinnige fascinatie om haar te Kennen tot in de kern van haar ziel en wezen.
Ik draaide mij om, fietste weg en keek niet meer achterom.