Ik zou zo graag geloven in een leven na de dood. Dat je, na je ogen voor de laatste keer gesloten te hebben, ze in een andere realiteit of bestaansniveau weer zal openen. En hoewel ik er zoals ieder mens zo mijn eigen raamwerk van aannames en overtuigingen op na houd valt het geloof in een hiernamaals daar helaas buiten.
Toch is een mensenleven, ieder mensenleven, niet voor niets. Als ik er dan toch een geloof op na zou moeten houden, dan maar het geloof in het goede van de mens. Dat je niet waarlijk sterft zolang er nog mensen aan je denken, dat je niet alleen voortleeft in de genen die je eventueel hebt doorgegeven aan je nakomelingen (want dan ben ik fucked) maar ook in subtielere vormen – in de mensen die je geraakt hebt, die door jou geïnspireerd zijn geraakt of die anderszins gevormd zijn door het simpele feit dat je bestaan hebt.
Vandaag zou mijn moeder 80 jaar zijn geworden, een leeftijd die zij niet heeft mogen halen. Ik wil vandaag echter niet rouwen om haar dood maar mijn warme herinneringen aan haar koesteren in de wetenschap dat zij in mij -door mij- nog steeds leeft bij gratie van die warme herinneringen die ik nog immer in mij meedraag.
Fijne verjaardag mam, ik hou van je.