Dit is ‘m dan, mijn rechteroog. Onderwerp van een inmiddels al jarenlange durende haat/liefde verhouding. Liefde, omdat hij mij trouw heeft gediend als de helft van mijn persoonlijke venster op de wereld. Haat, omdat hij -buiten zijn schuld om- mij heeft verraden. Hij is namelijk stuk gegaan, terwijl we een stilzwijgende afspraak hadden om dat niet te laten gebeuren. Hij heeft het toch gedaan.
Dus gaan mijn oog en ik sinds deze week weer de hele medische mallemolen in. Dokter, specialist, misschien zelfs wel een chirurg. Het is best interessant allemaal hoor, die foto’s maken met contrastvloeistof (er waren tijden dat ik mij ernstig moest bezondigen aan niet nader te noemen geestverruimende substanties om de hallucinaties op te wekken die een dergelijke behandeling met zich mee kan brengen), misschien wel weer een MRI er achteraan (ook een erg interessante ervaring kan ik je verzekeren) ..maar ja. Gaat het er echt iets aan veranderen? Of is dit nu gewoon maar weer wat het is?
En dus zijn de eerste secondes van iedere nieuwe dag nu volledig gewijd aan de haat/liefde verhouding met mijn rechteroog. Liefde, omdat ik er nog steeds ‘iets’ mee kan zien door het gemankeerde deel van mijn venster op de wereld. Haat, omdat na 12 jaar de blinde vlek ‘ineens’ groter geworden is en dreigend in mijn blikveld hangt als een permanente herinnering aan die ene -bijna fatale- ochtend in de lente die nu al weer zo lang geleden lijkt.