Terwijl ik genoot van mijn rit door de bergen richting Tursac reed besefte ik mij plots dat het hele doel -het thema zo je wil- van mijn reis volstrekt veranderd leek. Toen ik vertrok uit Maasbracht zat mijn hoofd vol met mooie plannen over een tocht in het spoor van de Tempeliers, wat best ironisch was gezien de gebeurtenissen in Noorwegen in de dagen na mijn vertrek. Het was overigens nog vreemder om alle commotie alleen maar in het Frans mee te krijgen waardoor ik eigenlijk geen idee had over wat er in en om Oslo had plaatsgevonden. Mont Saint-Michel was prachtig en indrukwekkend, maar er bleef iets knagen. In Lascaux drong het tot mij door dat ik niet zozeer in het spoor van de Tempeliers aan het reizen was maar dat de reis verder terug ging dan dat , het eindpunt wel eens een stuk dichterbij zou kunnen liggen dan ik dacht.
Dat lag niet alleen aan Lascaux, maar ook aan een droom die ik kreeg toen ik een paar dagen onderweg was. Noem mij een zwever, maar ik heb geleerd om aandacht te besteden aan een bijzondere categorie van dromen die regelmatig blijven terugkomen. Deze specifieke droom bleef ook na mijn ontwaken helder op mijn netvlies gebrand staan, ik werd wakker met een meer dan spreekwoordelijke grijns op mijn gezicht. Waar ik in ruim twee jaar in mijn bewust-zijn overdag niet uitgekomen was regelde mijn onderbewustzijn in één nacht voor mij, en het resultaat was een gevoel van..tsja van wat eigenlijk? Opluchting is niet de goede term, hoewel ook dat gevoel er zeker bij zat. Opluchting, verwondering, blijdschap, berusting.
Toen ik ergens naast een zanderige berghelling bij Madeleine parkeerde had ik eigenlijk geen idee over wat ik precies ging bekijken. Ik wist dat hier een archeologische vindplaats van de Cro Magnon mens te vinden was en dat er de resten van een Burcht te bezichtigen waren, verder kwam ik niet in de folder die ik bij de grotten van Lascaux was tegengekomen.
Even later bleek dat dit een erg indrukwekkende plek is. Madeleine is niet zo maar een plaats waar de geschiedenis (letterlijk) voor het oprapen ligt. Op een stuk berghelling van nog geen 500 meter lang zijn de sporen van meer dan 20.000 jaar aan menselijke bewoning te vinden. Als je de tijd neemt om de verwondering over je heen te laten komen is het misschien zelfs wel een magische plek te noemen. De reis in de tijdmachine begint bij het verslag van de ontdekking van de graven uit het Cro Magnon tijdperk, waar onder andere de overblijfselen van een jong meisje gevonden zijn dat overduidelijk met veel ritueel in haar laatste rustplaats begraven was. In het kleine museum bij de ingang zijn verschillende van deze grafgeschenken nog te bewonderen , en hoewel de grotten van Lascaux mijn idee over onze ‘ primitieve’ voorouders al omver geblazen hadden ging er toch een kleine schok door mij heen toen ik de wereldberoemde bison van Madeleine met eigen ogen kon bewonderen.
Wat nog verbazingwekkender bleek was de tijdreis die mij te wachten stond. Omdat er geen Engelstalige gids beschikbaar was, ik geen Frans versta – althans bij lange na niet goed genoeg- en ik mijzelf de Duitstalige rondleiding wilde besparen volstond ik met een engelstalige geschreven gids en begon ik aan de wandeling langs 20.000 jaar menselijke bewoning. En soms ligt de geschiedenis dan opeens letterlijk recht voor je voeten..
En daar loop je dan. Je kan gewoon in de oude grotten komen, wat ik dus ook deed; geen idee of dat eigenlijk wel was toegestaan nu ik er over nadenk. Overal zijn de sporen van mensen zichtbaar, de overblijfselen van de woningen uit latere tijden zijn letterlijk over de reeds bestaande woningen heen geplaatst. De tekenen van de vroegste bewoners zijn alsnog duidelijk zichtbaar als je weet waar je moet zoeken, de plek van de eerste primitieve oven ; de kleine nis die misschien als voorraadkast gediend heeft, splinters die bij het bewerken van stenen los zijn gekomen..Opvallende afwezige waren de rotstekeningen en inkervingen.
Uiteindelijk ben ik achterin deze eerste grot op de grond tegen de muur gaan zitten, terwijl ik de omgevingen en de indrukken over mij heen liet spoelen. 20.000 jaar lang hadden mensen hier hun thuis gevonden, gegeten, gelachen, gevreëen, gehuild.
De woningen worden steeds complexer naarmate je de rotswand volgt. Waar in het begin volstaan werd met stenen muurtjes worden er op een gegeven moment verdiepingen uitgehakt in de rotswand ; waarbij het onderste deel over het algemeen gebruikt werd voor ambachtelijke (veeteelt, bakkerij, wapensmid) doeleinden en de bovenste laag gebruikt werd als woning. Dit was ook veel beter te verdedigen, want zelfs het eerste primitieve fort dat op de plek gebouwd werd kreeg op regelmatige basis invallen van indringers te verwerken.
Op een gegeven moment werden de woningen zelfs compleet uit de rotswand gehakt, en er liepen complete stellages van hout langs het hele dorpje dat op zijn hoogtepunt uit een woning of 14 telde (de Burcht niet meegeteld). De steun en aanhechtingspunten van die stellages zijn nog goed zichtbaar, en met een beetje (veel) fantasie kan je een beeld scheppen hoe het er op die plek eeuwen geleden uitgezien moet hebben,
Uiteraard weet niemand waarom mensen ooit precies op deze plek zijn gaan wonen, maar er zijn sterke aanwijzingen dat dit (los van het feit dat de oorspronkelijke grotten en dus de uiteindelijke woningingen ook) te maken heeft gehad met de heilige bron van Madeleine. Dit is een bron waarbij het water als op magische wijze uit de rotsgrond lijkt te komen, met tussenpozes van jaren. Uiteraard stroomde het water tijdens mijn bezoek aan deze heilige plek 🙂 (voor het eerst in meer dan negen jaar volgens mijn gids)
Toen de burcht in de vroege middeleeuwen gebouwd werd -althans in de vorm zoals wij die nu kennen- werd er uiteraard een kapel recht boven deze bron gebouwd, godzijdank (haha) niet recht over de bron heen om het vervolgens in een lullig wijwater bassin terecht laten te komen zoals helaas veel te vaak gebeurd is. De kapel zelf is in vroeg Gotische stijl, met de bekende bogen maar verder erg sober. Prachtig.
Daarna is het een korte klim via stenen trappen naar de bovenliggende Burcht, die tegenwoordig helaas een ruine is. Zoals overal in Europa hebben lokale boeren de Burcht geplunderd voor stenen, en alleen de resten van wat buitenmuren en een toren zijn nog als zodanig te herkennen. De ligging is achter prachtig, helemaal verscholen in het groen met op de achtergrond in de diepte de rivier en de ongerepte bossen geven de omgeving een heerlijke atmosferische ondersteuning.
Er valt nog veel, veel meer te schrijven over deze reis. Zoveel ontzettend mooie plekken, zoveel indrukwekkende ontmoetingen.
Zoals over Mohammed , die ik op een avond in Montignac leerde kennen. Zijn Engels was zo mogelijk nog slechter dan mijn Frans – en dat is beroerd- ; maar met handen en voeten hebben we complete gesprekken gevoerd, waarna hij mij meenam naar het huis van een vriend en voor mij kookte. Of die ene Duitse backpackster die zichzelf kwam zoeken in Frankrijk, op een zelfde soort bedevaart als de mijne in Zweden van jaren geleden. De eindeloze autoritten door de bergen, de wandelingen door het bos. Die ene handafdruk op een rotswand, achtergelaten door iemand van 15.000 jaar geleden. Dat ene liedje op de Franse radio dat mij tot tranen wist te brengen in zijn prachtige eenvoud – en waarvan ik de naam van de zangeres of de titel van het nummer niet meer weet-. De hippiebus die op een avond opeens op ‘mijn’ camping stond, waarna een avond volgde van shamanistische muziek met fluit, trommel en didgeridoo. Mijn hart dat bijna uitelkaar barste van geluk toen ik ‘s avonds laat op een berghelling naar de sterren lag te kijken met een uitstekende 😉 fles wijn naast mij. De toevallige ontmoeting met een lifter die mij vervolgens 600 Km vergezelde en die mijn Franstalige tweelingbroer had kunnen zijn.
En zo kan ik maar doorgaan, en doorgaan. Maar – niet in deze vorm. De stukjes waar ik nog over wil vertellen vinden hun weg naar deze plek vanzelf wel, daar is geen reisverslag met foto’s voor nodig. Beter van niet zelfs, denk ik zelf. De magie van het woord hoeft niet te lijden onder de terreur van het visuele.
Deze reis, de queeste op zoek naar het spoor van de Tempeliers en later de oorsprong van onze -mijn- beschaving eindigde natuurlijk! precies waar deze begon..in en bij mijzelf. Want onder alle romantische mystiek rondom de Tempeliers en de Cro Magnon mens ligt een vele diepere vraag en zoektocht verborgen, de zoektocht naar wie ik wil zijn. Jawel, mijn eigen zoektocht naar de Graal. Waarom zou ik met minder genoegen nemen?