Generally we are a lonely people
Generally we are alone
Generally we are alone in lonely worlds
Generally we are a lonely people
Generally we are alone, alone…
Generally we are alone in lonely worlds
Generally we are a lonely people
…Generally we are alone
Generally we are alone.
Peace to you
‘Feather’ , Devin Townsend
Terwijl de donder traag en dreigend over mij heen rolt staar ik naar het wegdek dat helverlicht wordt door de koplampen. Als vanzelf controleer ik mijn spiegels en geef richting aan terwijl mijn gefragmenteerde gedachten en emoties alle kanten opvliegen als de regendruppels die uiteenspatten op de voorruit. Dit…dit is slecht nieuws. Dit is HEEL slecht nieuws. En opeens is er die herinnering, levensecht voor mijn geestesoog. Ik ben nu de man in huis, nog niet de pater familias maar dan ook alleen maar in naam niet. De tijd is aangebroken om terug te geven wat mijn ouders tijdens mijn eerste levensjaren aan mij hebben geschonken, mijn onvoorwaardelijke steun en liefde.
Er zijn van die momenten waarvan iedereen weet waar hij of zij was toen het nieuws bekend werd. Ik heb al verschillende van dergelijke momenten meegemaakt tijdens mijn leven , van het ontploffen van de Challenger (ik was 11 en in de woonkamer van mijn ouderlijk huis, ik stond tussen de eetkamertafel en de bank in) via de val van de Berlijnse Muur (ik zat in een fauteuille voor de Tv in mijn ouderlijk huis) en de aanslagen in de VS in 2001 (ik zat in de smartshop waar ik toen werkte aan de balie achter mijn Pc) tot aan de moord op Pim Fortuyn (ik was aan het werk op de Amerpoort en was in de gedeelde woonkamer aan het opruimen). Er is nu dus nog een moment bijgekomen : het moment waarop ik hoorde dat mijn moeder zal gaan sterven. Ik zat op de bank, in mijn eigen woonkamer in mijn eigen huurwoning. Het is bijna grappig hoe al die momenten zo achter elkaar gezet niet alleen het verhaal van mijn generatie vertellen, maar ook mijn eigen verhaal.
De emoties en beelden blijven door mijn hoofd tollen terwijl ik de vertrouwde A2 richting Utrecht afzoef. Het beeld van mijn moeder in het ziekenhuisbed, fragiel en murw van de mentale shock. Mijn vader, die ik nog nooit eerder zo hulpeloos en wanhopig gezien heb. En beide kijken ze naar mij voor hulp, voor troost, voor leiderschap. Ik kan dit. Ik moet dit kunnen. Het is tijd om een Man te worden en te zijn,tijd om niet alleen mijn eigen leven op orde te brengen en te houden – maar ook om mijn ouders te steunen en te begeleiden tijdens deze donkere reis die maar één mogelijke bestemming heeft, geen restitutie mogelijk.
En hoewel ik mij voor het eerst in mijn leven misschien zelfs wel echt eenzaam voel (niet te verwarren met alleen zijn, daar heb ik nooit problemen mee gehad) voel ik tegelijkertijd een innerlijke veerkracht opborrelen die ik in tijden niet door mijn aderen heb voelen vloeien. Het moment is daar, de puber is eindelijk dood – hier is de Man.