“Not all those who wander are lost.”
― J.R.R. Tolkien, The Fellowship of the Ring
Na de historische luister van Ayutthaya vormt het contrast van de bruisende levendigheid van de 2e stad in Thailand een mooie afwisseling. Een korte beschrijving :
Chiang Mai of Chiengmai (เชียงใหม่), is de hoofdstad van de provincie Chiang Mai. De plaats ligt zo’n 700 km ten noorden van Bangkok tussen de hoogste bergen van het land. De rivier de Ping stroomt door de stad en is een zijrivier van de Menam.
De laatste jaren is de stad in hoog tempo gemoderniseerd, maar is niet zo’n wereldstad zoals Bangkok dat is. Er zijn veel redenen waarom er jaarlijks duizenden toeristen naar de stad komen. Onder andere vanwege de belangrijke strategische ligging in het verleden in verband met de zijderoute. Later is de stad vooral een belangrijk centrum geworden voor handwerken, paraplu’s, juwelen (voornamelijk zilver) en houtsnijwerk.
(Bron : Wikipedia)
Zo’n beetje iedere backpacker die in Thailand geweest is roemt de nachttrein naar Chiang Mai. Er is -om eerlijk te zijn- ook geen enkel ander (realistisch) alternatief, tenzij je het vliegtuig wil nemen (wat eigenlijk een doodzonde is, vanuit ecologisch opzicht maar ook omdat je natuurlijk helemaal niets meekrijgt van het landschap als je er met een paar honderd km per uur overheen zoeft). Per trein is de reis vanuit Ayutthaya naar Chiang Mai ongeveer een uurtje of elf, met de nachttrein bespaar je jezelf in ieder geval de moeite van een hotel/guesthouse boeken én je bent niet een hele dag kwijt aan het reizen. Tot zover mijn promopraatje voor nu 🙂
De resten van de stadsmuren en -poorten die de oorspronkelijke stad scheiden van de moderne expansies zijn gedeeltelijk gerestaureerd en geven een idee van hoe het er honderden jaren geleden uit moet hebben gezien. (Hint : prachtig!) Laat ik hier even stoppen om DUIDELIJK te vermelden dat ik verliefd werd op deze stad zodra ik uit de trein stapte en dat de rest van dit verhaal waarschijnlijk bol zal staan van hyperbolen en ietwat dichterlijke omschrijvingen. Dagen heb ik rondgezworven over haar straten, en ik heb geleerd om te houden van de afwisseling tussen historische en moderne gebouwen, de geuren van de eetkarretjes, de tempels die een oase van rust vormen in het bij vlagen hectische straatbeeld, de ontspannen atmosfeer, de bochtige zijstraatjes die je eerder in een Belgische stad dan in Thailand zou verwachten, de tientallen restaurantjes die je proberen te verleiden tot de exotische smaken van nagenoeg ieder land ter wereld, de verschillende markten, de boekenwinkels, de souvenirwinkeltjes.. Ik denk dat Chiang Mai zelfs Edinburgh heeft weten te verdringen als mijn favoriete stad op aarde. Een rondreis in beelden / foto’s :
Wat ik nagelaten heb – en waarom ik volgend jaar absoluut nog eens terugga – is een trekking door de bergen en het regenwoud te maken die Chiang Mai omringen. Eerlijkheid gebied mij om te zeggen dat ik ook het slachtoffer geworden ben van een stevige voedselvergiftiging, en dat ik mij niet heb laten inenten voordat ik afreisde naar Thailand (please DO NOT try this at home kids!) en dat dit doorslaggevend was in mijn beslissing om niet als een losgeslagen Rambo de jungle in te duiken om mijn eigen Into the Wild verhaal uit Zweden te herhalen in een tropissch regenwoud waar meer giftige dieren en planten te vinden zijn dan straatnaambordjes in Amsterdam (zelfs in de winterstop als Ajax niet speelt). Het is echter mogelijk om via een aantal van de tourist offices een georganiseerde trekking te boeken onder begeleiding van een lokale gids, hoewel mijn persoonlijke voorkeur uitging naar een één op één trekking zonder de ballast van een groep van halfbezopen Australiers en Duitsers als reisgezelschap. Als een dergelijke trekking je voorkeur heeft wil ik je bij deze wel dringend aanraden om je research goed te doen, omdat een fors aantal van deze aangeboden trekkings even avontuurlijk is als een middagje Keukenhof – tenzij dat toevalligerwijze je ding is uiteraard.
In een later stadium meer over Chiang Mai en mijn persoonlijke belevenissen aldaar, voor nu zal je het even moeten doen met de foto’s 🙂