De stilte die nu al eindeloos lijkt te duren voelt volstrekt niet storend of ongemakkelijk aan maar is slechts aanwezig. We staren zwijgend naar de ondergaande zon terwijl de vloedlijn steels dichterbij kruipt totdat ze onze tenen begint te kietelen.
Ik werp een terloopse blik naast mij en wordt voor de zoveelste keer getroffen door haar schoonheid. Onze blikken kruisen elkaar en ze werpt mij een glimlach toe waarvan ik mij beurtelings voel smelten en blozen als ware ik een klein schooljongetje. Ze laat zich lachend achterover vallen in het nog warme zand en kan ik niets anders doen dan mij naar haar toe draaien en mijn hoofd tussen haar prachtige borsten te laten landen.
Met gesloten ogen adem ik in door mijn neus en ik realiseer mij dat ik mij nog nooit zo thuis gevoeld als daar in dat moment. Op dat strand, onder die vreemde zon in een land en op een plek die zo vreemd en vertrouwd tegelijkertijd aanvoelen. Ik laat de mengeling van zonneband crème, zeezout en een hint van zweet op mij inwerken en als ik uiteindelijk dan mijn ogen open in mijn veiige oase van rust en warmte
Zie ik een weerspiegeling van de ondergaande zon in haar ogen.