“This is the beginning and the end of the world right here. Look at those patient Buddhas lookin at us saying nothing.”
― Jack Kerouac, The Dharma Bums
(Klik voor grooooot)
Als je de geijkte backpackersroute volgt van Bangkok naar Chiang Mai is Ayutthaya de perfecte eerste tussenstop. Ooit (rond 1350) gegrondvest als de nieuwe hoofdstad van het Siameese rijk na de val van Sokhuthai (waarover later vast nog een keer meer) , bevatte deze stad tijdens haar hoogtijdagen meer dan 400 tempels en duizenden boeddhabeelden. In 1767 is deze stad volledig met de grond gelijk gemaakt door de invallende Birmezen in een voor die tijd ongekende slachting, de stad had op dat punt rond een miljoen inwoners en was daarmee één van de grootste steden ter wereld.
De reis vanuit Bangkok naar Ayutthaya duurt met de trein ruwweg een uur, in theorie tenminste. In mijn specifieke geval kwam ik vier en een half uur later op mijn bestemming aan dan mijn kaartje vermelde (eat that NS!). Een treinreis per 3e klasse is echt een belevenis ; ik was volgens mij de enige westerling in een wagon vol Thai die met kippen, complete maaltijden en volop kakelend vol goede moed aan de reis begonnen. Dat van die maaltijden begreep ik pas op het moment dat we voor de eerste keer een dik half uur stil stonden in nergensland, en dit patroon herhaalde zich gedurende de verdere reis nog een aantal keren. Verwacht echter geen luxe, de enige ventilatie was bijvoorbeeld een openstaand raam en de banken zijn van hout.
Tegenwoordig is de stad Ayutthaya opgedeeld in twee gedeeltes ; het oude en nieuwe deel. Mijn guesthouse was Baan Eve , aan de rand van de oude stad. Graag wil ik bij deze even een lans breken voor dit Guesthouse, het is misschien niet de meest luxueuze plek om te slapen maar mijn kamer was schoon, voorzien van airo + eigen badkamer en de centrale ruimte van de Guesthouse is een volledig ecologisch gebouwde boomhut met op de bovenste verdieping een aantal hangmatten. Verder is dit een familiebedrijf puur sang, met ontzettend aardige en behulpzame mensen die er alles aan doen om je verblijf zo aangenaam mogelijk te maken. Tip : boek van te voren voor één of twee nachten, en probeer ter plekke te verlengen. Mijn tarief ging 300 Bath omlaag ‘just for you!’ . Toen ik mijn kamer voor het eerst inspecteerde viel mijn oog op het volgende plakkaat :
(klik om het te kunnen lezen in al zijn ontroerende Thais-Engelse eenvoud)
en als de softie die ik nu eenmaal ben was ik meteen verkocht 🙂 .
Mijn persoonlijke advies is om minstens een aantal dagen uit te trekkenet voor een bezoek aan Ayutthaya, er is namelijk bizar veel te zien. Voor mij was dit mijn eerste échte ervaring met Thailand (Bangkok telt niet mee, wereldsteden zijn overal ter wereld hetzelfde) en het was heerlijk om mijzelf te kunnen onderdompelen in de Thaise cultuur en geschiedenis. Het Historical Park (het deel dat op het eiland zelf ligt) is alleen al één of twee dagen waard, en er is echt veel meer te zien dan alleen dat. De foto bovenaan dit artikel is daar ook gemaakt, en voor een overzicht van wat er ondermeer nog meer te zien is verwijs ik graag even naar onderstaande foto’s :
(Zoals gebruikelijk : klik voor de grote versie)
..en zo kan ik er nog gemakkelijk 50 meer plaatsen. De sfeer die er hangt is helaas niet in woorden te vatten, hoe graag ik ook zou willen. Tijdens mijn wandeling door het Historical Park kwam ik in gesprek met één van de locals, en al snel hadden wij het over de niet te bevatten schaal van verwoesting die hier had plaats gevonden. Toen ik hem vroeg of het voor hem als Thai niet pijnlijk was om te zien wat de Birmezen met zijn stad hadden aangericht (van de duizenden boeddhabeelden zijn er misschien tien nog min of meer heel, en geen enkele tempel staat meer recht) haalde hij zijn schouders op, glimlachte en zei : “Boeddha leert ons dat alles vergankelijk is, het enige dat blijvend is is de Weg.” Hier werd ik wel even stil van. Ik denk dat deze Thai met deze eenvoudige woorden precies wist samen te vatten waarom de Thai zo ontzettend relaxed in het leven lijken te staan, en waarom het voor hen ogenschijnlijk zo makkelijk is om met tegenslagen om te gaan. Het Historical Park van Ayutthaya is een stille getuige van deze levenshouding, tussen alle ruïnes en onthoofde Boeddhabeelden door kan je bijna voelen hoe de Thai in staat zijn om een dergelijke verwoesting te accepteren en te integreren in hun dagelijkse leven. Hij wist mij ook te vertellen dat, ondanks het feit dat het oude centrum van Ayutthaya de status van werelderfgoed bij Unesco gekregen heeft, het nooit hersteld zal worden. Het symbool van de vergankelijkheid is zo sterk en belangrijk dat de huidige staat een groter beland dient voor de Thaise cultuur dan een volledige gerestaureerde versie ooit zou kunnen, en ik kan achteraf niets anders dan het volmondig met hem eens zijn.
Zodra je van het eiland waar de oude stad op ligt afkomt zie je verschillende tempels en monumenten die wel in hun oude staat teruggebracht zijn, en hoewel deze prachtig zijn hebben ze bij mij toch niet dezelfde indruk weten achter te laten als het oude centrum. Dit tot grote verbazing van mijn tuktuk driver overigens 🙂 (ja, buiten Bangkok om is de tuktuk een volstrekt legitiem vervoersmiddel!) Omdat ik verreweg het grootste deel van de vijf dagen die ik in Ayutthaya heb doorgebracht rondgezworven heb door het oude centrum kan ik over de new town niet al te veel zeggen (helaas) , dit staat echter nog zeker op de planning voor mijn volgende trip. Daarom volsta ik even met de volgende sfeerimpressie van een aantal van de bezienswaardigheden die buiten het eiland liggen :
In mijn ogen is een bezoek aan Thailand niet echt compleet zonder een (tussen)stop in Ayutthaya. De sfeer is relaxed (een verademing na de kokende smeltpot van Bangkok) , en er is ontzettend veel te zien en te doen. Verder hoef je het echt niet zonder de gemakken die je als rijke Europeaan gewend bent :-p te doen, je kan er winkelen tot je een ons weegt als dat toevalligerwijze je ding mocht zijn. Persoonlijk zou ik de Nightmarket willen aanraden, gevolgd door een bezoek aan één van de talloze restaurantjes en een wandeling over de prachtig verlichte hoofdstraten. Vergeet niet om tijdens het wandelen af en toe even omlaag te kijken en te genieten van de lotuspatronen in de stoeptegels!